Oorlogsjaren 1940 - 1945
Geschreven door: Henk Sepers
De oorlogsjaren 1940-1945 zijn ook aan Okkenbroek niet onopgemerkt voorbij gegaan. Gerrie te Velde – Kloosterboer en Willy Kloosterboer hebben in 1983 het boek Oorlogstijd in Okkenbroek geschreven.
In 116 pagina´s schetsen zij de oorlogsjaren in Okkenbroek. Het boek is gebaseerd op de persoonlijke herinneringen van mensen die deze jaren aan den lijven hebben ondervonden. Voor hen en voor de naoorlogse generatie die de oorlog niet heeft meegemaakt, heeft het tweetal geprobeerd iets vast te leggen van de geschiedenis van Okkenbroek in oorlogstijd. Het boek is niet meer te koop maar in de bibliotheek nog wel te leen. Het zou te ver voeren hier het hele boek over te tikken. Dat ook, zou geen recht doen aan de inspanningen die Gerrie en Willy zich hebben getroost. Hier beperk ik mij tot passages uit Oorlogstijd in Okkenbroek, uit Uut den Umtrek van Johan Struik en niet in de laatste plaats dat wat Tiny van Ens te boek heeft gesteld in Herinneringen uit de oorlogstijd 1940 – 1945.
Voor het uitbreken van de oorlog ontving Hendrik Jan Holterbroek (Okkenbroek 60) op 24 augustus 1938 van de burgemeester van Diepenveen een Bestemming tot gewoon-dienstplichtige ingeschreven voor de lichting 1939. Nader bericht over het garnizoen, Korps en over het tijdvak van inlijving kan Hendrik Jan in september 1939 verwachten. Talloze ansichtkaarten en brieven aan het thuisfront volgen.
Al in de eerste dagen van de oorlog werd een verordening over de verduistering afgekondigd door de bezetter. Absolute verduistering gold. Zelfs de lamp op de fiets moest er aan geloven. Het luisteren naar Engelse radiozenders werd verboden. Omdat maar weinig mensen in Okkenbroek een radio hadden ontging hen dat. Anders was dat met de voedselvoorziening. Productie en verdeling van deze levensbehoefte werd strak geregeld. Aan het bonnensysteem ontkwam ook Okkenbroek niet. Het houden van varkens werd beperkt. Zelfs de klokken in de kerk moesten het ontgelden. De locale smid, G.J. van der Vecht, heeft er daarna ijzeren staven in gehangen. Woonde je in de buurt en de wind stond gunstig dan kon je in ieder geval horen dat het twaalf uur was. Na mate de oorlog duurde werden de leefomstandigheden slechter en uitzicht op de bevrijding was ver weg. Enkele Okkenbroekers hadden elektrisch licht op accu´s. Dat
was, opgewekt met een motor die op benzine of petroleum liep, alleen voor verlichting in huis. Aan brandstof was niet meer te komen. Vindingrijkheid was gewenst. En zo werden er windmolens (windjassers) gemaakt. Wind, zo was de gedachte, konden de Duitsers niet vorderen, dus daar werd gebruik van gemaakt.
“Ach waren alle mensen wijs, en deden daarbij wel, de aarde was voor hen een paradijs, nu is ze meest een hel.” Een zin waaraan Johan Struik vaak moest denken als hij ’s avonds in bed lag en zware formaties Engelse en Amerikaanse bommenwerpers hoorde overvliegen. Het gedreun was zo zwaar dat het deksel van de ketel die op het fornuis stond rammelde op de ketel. Op een nacht werd één van de bommenwerpers door Duits afweergeschut of straaljagers neergehaald. Brandend als een fakkel stortte het vliegtuig voor de ogen van Struik in Holterbroeks weide ter aarde.
Op 9 april 1945 werd Okkenbroek door de Canadezen bevrijd. Niet alleen vanwege de bevrijding zijn deze laatste dagen van de oorlog Tiny van Ens in het geheugen gegrift. Na enige schermutselingen de dag ervoor, waarbij Duitse en Canadese kogels als het ware over Okkenbroek vlogen, begon op 9 april het echte schieten. Zij vertrouwde haar herinneringen toe aan het papier. Lees hier haar hele verhaal.
Volgens Johan Struik waren het voor de andere kinderen in en rond Okkenbroek na die negende april ware feestdagen. “Na al die ellende en angst van de oorlog. Van het werk kwam de eerste dagen niets, wij voelden ons allemaal zo vrij. Het was zo anders nadat we vijf jaar onder het hakenkruis geleefd hadden. Je hoefde niet meer bang te zijn dat de Duitsers je fiets af namen.” Na de bevrijding van Nederland, 5 mei 1945, volgde in Okkenbroek een groot feest voor jong en oud. In de feestcommissie namen onder andere de heren Fuchsthaller, Bartlema (dominee) en Mol (meester) zitting. Het grootste evenement was de optocht. Op één van de wagens werd het lot van de onderduiker verbeeld.
Vlak na de oorlog liepen Ria Lubbers en oma Jenneke (dienstmeisje bij de familie Crommelin op Huize Okkenbroek geweest) regelmatig van Deventer naar Okkenbroek. Ze hadden een wagentje bij zich, om hout te sprokkelen. Soms moesten ze een eind omlopen, in verband met het opblazen van bommen bij de V1 baan tussen Lettele en Okkenbroek, die daar nog lagen. Het duurde soms de hele dag. Bij de familie Stegeman (Adrianahoeve) kregen ze dan iets te eten.
De oorlog mag dan voorbij zijn. In de Heerenveensche Courier van 1947 duikt de naam Okkenbroek op in een rechtszaak tegen onderwijzeres Sjoukje Drost. Voor zij naar Okkenbroek kwam heeft zij, aldus het bericht in de krant, getracht in 1944 van haar man af te komen door hem aan te geven als anti-Duits en pro-Engels. Een week later wordt Drost conform eis, aldus de krant, voor deze huwelijks-ontrouw veroordeeld.
Ieder jaar worden ook in Okkenbroek de oorlogsslachtoffers op de avond van de vierde mei herdacht. Op het kerkhof worden bloemen gelegd bij de graven van hen die ons als gevolg van oorlogsgeweld zijn ontvallen.
Aanvullingen, correcties en foto's zijn van harte welkom. Stuur een bericht naar de redactie.
BRON |
- Oorlogstijd in Okkenbroek (Gerrie te Velde-Kloosterboer, Willy Kloosterboer)
- Herinneringen uit de oorlogstijd 1940-1945 (Tiny Otten-van Ens)
- Uut den Umtrek (Johan Struik)
- Houtsprokkelen (Ria Vloedgraven-Lubbers)
- Persoonsbewijs Hermina Oostenenk (Diene Oostenenk)
- Ansichtkaarten en oproep (Mannie en Gerrit Holterbroek)
- Foto onderduiker en plaatje rijwielbelasting (Dine van Schooten)
- Foto optocht bevrijdingsfeest (Frits Smit)
- Foto krantenbericht 1940 (Ab Brilman)
- Koninklijke Bibliotheek Historische Kranten